Vroeger waren de steden omringd door dikke muren. Bij sommige oude vestingstadjes zijn daar nog wel eens resten van te zien. Die muren waren daar geplaatst om de vijand tegen te houden en om indringers te weren. Jesaja zingt een lied waarin hij God beschrijft als zo’n ommuurde stad. Bij Hem is het veilig wonen, want Zijn heil en zegeningen omringen ons. Zoals David dat ook zegt in zijn Psalmen: ‘Hij is er bekend als een veilige vesting’ (Psalm 48: 4).
Toch kunnen er bressen in die muur geslagen zijn door teleurstellingen of andere omstandigheden, waarin je verwacht had dat God zou ingrijpen. Ze kunnen zijn ontstaan omdat je een bepaalde voorstelling had van ‘Zijn heil’, wat toch anders is gelopen dan je had gedacht. Die bressen in de muur moeten dan gedicht worden, anders loop je het risico dat er indringers binnen komen. Die indringers hebben namen als bitterheid, twijfel en wantrouwen. Als zij eenmaal een plaats hebben gekregen, zullen ze altijd streven naar meer ruimte, omdat ze hun eigen bolwerken willen oprichten.
Daarom zegt Paulus: ‘wordt vernieuwd in de geest van uw denken en bekleedt u met de nieuwe mens’ maar ook: ‘laat de zon niet ondergaan over uw boosheid, en geef de duivel geen plaats’ (Efez. 4: 23, 26-27).
Vernieuwd worden in je denken, betekent dat je kiest voor een andere ‘mind-set’. Je laat je niet leiden door teleurstellingen, maar je kiest ervoor om te geloven in een hoger Plan dat God met jouw leven heeft. Iets wat jouw denken te boven gaat.
Dat betekent dat je de indringer geen kans geeft, maar de bres in jouw muur direct dicht met jouw gebeden. Ook al bestaat dat gebed uit maar één woord: ‘Help!’
Laat de zon niet onder gaan over je boosheid of je teleurstellingen, maar klamp je stevig aan Hem vast. Hij zal je zeker te hulp komen en je hoop vernieuwen, zodat je weer kunt zingen: ‘Ik zal U roemen, Here, want U hebt mij opgetrokken en mijn vijanden over mij niet verblijd’ (Psalm 30: 2).
