Jesaja profeteert hier over ‘de berg van het huis van de Heer’. Dat is de plaats waar God woont. Sommigen interpreteren dat als het toekomstige Jeruzalem. Dat is een mogelijke letterlijke uitleg, maar het kan verder en dieper gaan dan dat. De plaats waar God woont is ook het hart wat Hem toegewijd is. In de bijbel lezen we dat God zegent wie zich overgeeft aan Hem. Je zou kunnen zeggen: Hij verheft die persoon als een berg boven de heuvels rondom hem.
Abraham werd uit een heidens land geleid en werd een vader van een groot volk.
Jozef werd uit de put en de gevangenis bevrijd en werd onderkoning van Egypte.
David werd achter de schaapskudden vandaan gehaald en werd koning van Israël.
Mozes werd uit de woestijn geroepen om het volk uit Egypte te leiden.
Elisa werd achter de ploeg vandaan getrokken om profeet te worden die grote wonderen deed.
Mensen die volgen als ze geroepen worden door God, worden gezalfd en gezegend. Ze worden ‘verheven boven de bergen rondom hen’.
Dat hebben ze ook nodig, want de weg die ze gaan is niet altijd gemakkelijk. Soms zien we mensen die enorm door God gebruikt worden en dan kunnen we jaloers worden op hun zalving. Maar dan vergeten we wat daaraan vooraf ging, want meestal is daar een prijs voor betaald. Maar God zegent hen en verheft hen.
Het waren geen bijzondere mensen, maar boeren, herders of vissers. Gewone mensen zoals wij, maar die gehoor gaven aan Gods roepstem. En God roept nog steeds. Hij zoekt mensen die als een ‘berg kunnen zijn waar God kan wonen’. Dan zal Hij hen verheffen en ‘alle heidenvolken zullen er naartoe stromen’ (vers 2b). Dan brengt God mensen op hun pad die Hem nog niet kennen, zodat ze onderwezen kunnen worden in Zijn weg (vers 3). Wil jij die berg zijn?
