Kijk naar de rode draad door je leven en zie op de wonderen die God heeft gedaan. Jesaja kreeg visioenen waarin hij koninkrijken zag komen en gaan. Hij zag het oordeel van God en hij zag de wereld schudden zodat hij het uitriep: ‘Ik kwijn weg, ik kwijn weg, wee mij!’ (Jesaja 24: 16). Maar dwars door alles heen ziet Hij Gods grootheid, liefde, genade en trouw, zodat hij ook kan zeggen: ‘Here, U bent mijn God, ik zal U roemen. Uw naam loof ik’ (Jesaja 25: 1).
Zo kan je geschud worden in je leven en kan het lijken of de wereld om je heen vergaat. Er kunnen momenten zijn dat je het uitroept: ‘Wee mij!’ Toch blijft God de Bouwmeester, Die uit de puinhopen iets nieuws laat oprijzen. Wanneer je in het puin staat zie je niets anders dan stof, maar God is de Schepper, Die de mens uit stof creëerde. En soms moeten er eerst dingen afgebroken worden voordat Hij iets nieuws kan bouwen. Dat zijn de wonderen die Hij alleen tot stand kan brengen.
Hij heeft met elk leven een wonderbaar plan. Soms kan je zijwegen inslaan en door bouwputten heen trekken, waarbij je jezelf afvraagt welk plan daaraan ten grondslag ligt. Maar dan mag je blijven vertrouwen dat Hij de blauwdruk in handen heeft. Zijn raadsbesluiten zijn van oudsher vast en zeker.
Het vraagt geloof om door te zetten wanneer je in zo’n bouwput staat. Het vraagt moed om stappen te nemen en kracht om te volharden. In zulke periodes is het nodig om net als Jesaja te zien op de grootheid van God of net als Habakuk tot jezelf te spreken: ‘Ik zal dan toch in de Here van vreugde opspringen, mij verheugen in de God van mijn heil. De Here is mijn kracht, Hij maakt mijn voeten als die van hinden, en Hij doet mij treden op mijn hoogten’ (Habakuk 3: 18-19).
